Warsaw 6.1 ºC
Contacteer ons
Over de geschiedenis van Krakau

Collegium Maius, de tweede universiteit  in Midden Europa opgericht 1364

Al in de Oude Steentijd woonden er mensen op de heuvel Wawel. En al duizend jaar geleden bevond zich op de plaats van het huidige Krakau de rijke handelsstad Kraków.

Archeologische opgravingen wijzen uit dat de heuvel Wawel al in de Oude Steentijd werd bewoond. De eerste geschreven vermelding van de stad dateert uit 965, toen de Joodse koopman Abraham ben Jacob schreef over de rijke, versterkte stad Kraków, die gelegen was op het kruispunt van handelsroutes en omgeven werd door bossen. In het jaar 1000 werd de stad de zetel van een bisschop. Nadat de legendarische stamleider Piast er in de loop van de tiende eeuw in was geslaagd een reeks naburige stammen tot één geheel te smeden, ontstond de staat Polska, de voorloper van het huidige Polen. Een eeuw later werd Krakau de hoofdstad.

Tweede universiteit van Midden Europa
In de elfde eeuw werden het Wawel Kasteel en diverse kerken gebouwd, en maakte Krakau een behoorlijke groei door. In 1241 werd hij bij een aanval van de Tataren voor een groot deel verwoest, maar vervolgens weer opgebouwd. Er werd een centraal marktplein aangelegd, dat Krakau’s status van marktstad bevestigde. Een andere gebeurtenis die van groot belang was voor de ontwikkeling van de stad, vond plaats in 1364. Toen stichtte koning Kazimierz Wielki de Krakau Academie, die zou uitgroeien tot de tweede universiteit van Midden Europa, na die van Praag.

Vaklieden, kunstenaars en geleerden
In de vijftiende en zestiende eeuw maakte de stad een grote bloeiperiode door en werd hij lid van de Hanze, het middeleeuwse internationale samenwerkingsverband van steden en handelaren. Hierdoor kreeg Krakau een grote aantrekkingskracht op vaklieden, kunstenaars en geleerden. Tot de laatsten behoorde onder meer de befaamde astronoom Copernicus.

Polen opgedeeld
In 1596 werd de Poolse hoofdstad verplaatst van Krakau naar Warschau. Het was een eerste signaal dat de bloeiperiode van Krakau ten einde liep. De Zweedse invasies, die in 1655 begonnen, versnelden dat proces en toen Polen vervolgens tussen 1772 en 1795 in drie stappen door Rusland, Oostenrijk en Pruisen werd opgedeeld, kwam Krakau in Oostenrijk te liggen.

Uit de as herrezen
Ondanks deze Oostenrijkse overheersing, kende Krakau een redelijke culturele en politieke vrijheid en tegen het eind van de negentiende eeuw had het zich ontwikkeld tot het hart van de Poolse cultuur de spirituele hoofdstad van een land dat op de kaart niet langer bestond. De Eerste Wereldoorlog betekende de grote ommekeer voor Polen, dat in 1918 door maarschalk Józef Piłsudski wederom  tot autonome staat werd uitgeroepen.

Cultuurstad
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog telde Krakau 260 duizend inwoners, waarvan 65 duizend Joods waren. Bijna allen kwamen om in de gaskamers van de nazi’s, die niet ver buiten de stad hun beruchtste vernietigingskamp, Auschwitz-Birkenau, bouwden. Volgens officiële schattingen wonen er thans nog ongeveer 200 Joden in Krakau. De stad zelf ontsnapte aan het oorlogsgeweld en kan daardoor tot de dag van vandaag bogen op een fraaie en authentieke binnenstad, die dan ook in 1978 werd opgenomen op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Na de val van het communisme, kwam er in hoog tempo een grote bezoekersstroom op gang en werd Krakau Polens populairste toeristenbestemming.